Loading...

Glenohumorale luxatie (schouderluxatie)

Glenohumorale luxatie (schouderluxatie)
Auteur: J.Sprakel, MD - Laatste update: 31-05-2014




Oorzaak
  • - Anterieure schouderluxatie (96%)
  •      Geforceerde exorotatie / abductie in schouder door:
  •           val op gestrekte arm (ouderen)
  •           sport (bij jongeren)
  •      Incidentie is 8-24 per 100.000 personen per jaar 1
  •      Hoogste incidentie bij mannen van 21-30 jaar en bij vrouwen van 61-80 jaar1
  •  
  • - Posterieure schouderluxatie (3%)
  •      Geforceerde adductie / axiale compressie door
  •           val, verkeersongeval en/of epileptisch insult
  •  
  • - Luxatio erecta (1%)
  •      Geforceerde hyperabductie door verkeersongeval HET

Informatie filmp schouderluxatie (in het kort)





Lichamelijk onderzoek
  • - Pijnlijk schouder
  • - Arm in endorotatie (met als uitzondering luxatio erecta)
  • - Functio laesa
  • - "Delle" ter hoogte van deltoideus
  • - Humeruskop ventraal palpabel bij anterieure luxatie
  • - Sensibiliteit: n. axillaris (sensibiliteit in deltoideus gebied - regimental badge area) en plexus brachialis
Geassocieerd/begeleidende letsels:
    - Bankart-laesies 2
    * Scheur in het onderste gedeelte van het labrum, bij meer dan 90 % van de luxatie aanwezig
    * Boney Bankart laesie: fractuur van de voorrand van het glenoïd
    * Verhoogd risico op recidief als benig defect van glenoïd >25% van de gewrichtskom bedraagt 3,4
    - Hill-Sachs-laesies 5
    * Impressiefractuur in het posterolaterale deel van de humerus door glenoïd
    - Letsels van de rotatorenmanchet (rotatorcuff)
    * Incidentie 12% 6
    * Verhoogd kans op recidieven en verlies van stabiliteit 5,6
    - Fracturen van het tuberculum majus



Diagnostiek
  • - X-schouder AP & Y-opname



Conservatieve behandeling
    Indicatie:
  • - Anterieure schouderluxatie


Behandeling:
  • - Gesloten repositie onder lokale verdoving
  • - Er is geen superieure repositie techniek, maar er is weinig vergelijkend onderzoek 2,7
  •  
  • Meest gebruikte repositie-technieken:
  • - Repositie volgens Stimson 8
  • - Repositie volgens Hippocrates 9
  • - Repositie volgens Kocher (cave: risico op humerusfractuur, altijd op OK) 10
  •  
  • Alternatieve repositie-technieken:
  • - Milch techniek
  • - Matsens Traction Counteraction
  • - Spaso techniek
  • - Eskimo techniek
  • - Manes methode


Nabehandeling:
  • - Functioneel
  • - Immobilisatie in mitella (schouder in endorotatie) voor pijnbestrijding gedurende maximaal 3 wk
  • - 1ste week rust
  • - 2de week oefenen in mitella tot 90 -90 (exorotatie met elevatie vermijden)
  • - 3de week oefen in mitella o.g.v. de pijn zonder beperkingen, eventueel zonder mitella
  • - 4de week en verder mitella af


Follow-up:
Poliklinische follow‐up
Na 1 week Na 6 weken Na 3 maanden
- Oefeninstructies: geen maximale exorotatie gedurende 6 weken - Functiecontrole
- Fysiotherapie op indicatie
- Op indicatie bij klachten (bij Frozen shoulder)

Stimson 8


Hippocrates cq. Matsens Traction Counteraction 9


Kocher 10



Functiecontrole:
Abductie / Adductie Anteflexie / Retroflexie Endo- / exorotatie bij arm naast lichaam met 90° gebogen elleboog met palm omhoog Anteversie / retroversie bij arm loodrecht in transversale vlak Endo- / exorotatie bij arm in 90° abductie met 90° gebogen elleboog
180° - 0° - 40° 180° – 0° – 50° 70° – 0° – 60° 160° – 0 °– 50° 70° – 0° – 90°



Operatieve behandeling
Indicatie:
  • - Niet te reduceren anterieure luxatie op SEH
  • - Posterieure schouderluxatie
  • - Luxatio erecta
  • - Schouderluxatie met begeleidende fracturen


Behandeling:
  • - Gesloten repositie onder algehele verdoving op OK
  • - Bij posterieur luxatie: Gesloten reductie door in-line tractie met endorotaie en adductie
  • - Bij instabiele repositie is er vaak sprake van een grote Boney Bankart of chronische luxatie, overweeg hierbij ORIF of tijdelijke fixatie met K-draad
  • - Zelden open repositie nodig





Complicaties
  • - Kans op recidief schouderluxatie
    * Bij actieve jongvolwassen mannen (jonger dan 30 jaar) is er een sterk verhoogde kans op recidiefluxaties (49-90%) 5,11,12
  • - Plexus brachialis letsel
  • - N. axillaris letsel
  • - Fractuur van humerus (voornamelijk bij Kocher techniek)
  • - Frozen shoulder



Verwijzing orthopedie
  • Overweeg poliklinische verwijzing naar orthopedie bij:
  • - Habituele (≥ 2 keer) luxatie (polar type 1) na minimaal trauma (vooral bij jongeren < 40 jaar) voor eventuele schouderstabiliserende operatie
  • - Primaire schouderluxatie bij actieve jongvolwassen mannen of sporters op hoog niveau : indicatie voor schouderstabiliserende behandeling (Bankart-procedure, reefplastiek of Bristow-Latarjet-procedure)13
      • Echografie rotatorcuff:
      • - Luxaties bij oudere patiënten zijn vaak tgv rotatorcuffletsels (m. subscapularis), bij rotatorcuffletsel eveneens verwijzing poli orthopaedie overwegen.



    Coderingen
    Diagnose Behandel Combinatie (DBC/DOT)
    Chirurgie 255
    Orthopedie 3202

    ICD-10
    Schouderluxatie S43.0
    Abbreviated Injury Scale (AIS)
    Shoulder (glenohumeral) joint - sprain 771010.1
    Shoulder (glenohumeral) joint - subluxation 771020.1
    Shoulder (glenohumeral) joint - dislocation 771030.2
    Shoulder (glenohumeral) joint - dislocation - open 771031.2
    Shoulder (glenohumeral) joint - open 771089.1
    Shoulder (glenohumeral) joint NFS 771099.1



    Referenties